
Ongelijke verdeling huwelijksgemeenschap
Als u in gemeenschap van goederen trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, bezit u daardoor automatisch de helft van het totale vermogen. Op het moment dat één van u beiden overlijdt, en er zijn geen kinderen, dan verkrijgt de ander automatisch de helft van het vermogen.
Het is mogelijk een andere verdeling vast te leggen, een ongelijke breukdelengemeenschap. Als de ene partner 90% van de gemeenschap verkrijgt en de andere partner 10% en laatstgenoemde overlijdt, dan erft eerstgenoemde dus maar 10%. Er is dan maar over 10% erfbelasting verschuldigd. Dit soort afspraken worden soms gemaakt als men verwacht dat één van beiden eerder zal overlijden. Ook in geval van echtscheiding kunnen partners dit afspreken.
In het Belastingplan 2026 is nu het voorstel gedaan om te bewerkstelligen dat over de helft van de gemeenschap van goederen erf/schenkbelasting wordt betaald. Ongeacht de tussen echtgenoten overeengekomen afwijkende breukdelengemeenschap. Deze maatregel geldt voor iedereen die op of na 16 september 2025 een ongelijke verdeling heeft afgesproken.
Een voorbeeld ter verduidelijking:
Partner A en partner B hebben een verdeling afgesproken van 10% voor partner A en 90% voor partner B. Als partner A overlijdt, erft partner B 10%. Hierover is dan erfbelasting verschuldigd. In het nieuwe voorstel betaalt partner B ook nog eens over 40% van het vermogen erfbelasting.