Wijzigingen bedrijfsopvolgingsregeling 2025 en 2026

Op 29 januari 2025 is het Chinees nieuwjaar ingeluid, het jaar van de slang. Het jaar van de slang staat bekend om wijsheid, strategie en transformatie. Ook in de bedrijfsopvolgingsregeling waan je jezelf wel eens in een slangenkuil. Met de voortdurende wijzigingen en aankondigingen over mogelijke aanscherpingen, komen de hiervoor genoemde eigenschappen goed van pas. Het jaar 2025 zou wel eens het ‘Jaar van de transformatie van structuren’ kunnen worden. Wat is er gewijzigd per 1 januari 2025 en welke wijzigingen liggen voor u in het verschiet? Wij zetten de belangrijkste wijzigingen voor u op een rijtje.

Bedrijfsopvolgingsregeling
Normaal gesproken geldt dat als u iets erft of geschonken krijgt, u hierover erf- of schenkbelasting bent verschuldigd (voor partners/kinderen bedraagt deze 10%/20%). De successiewet kent echter een aantal vrijstellingen. Eén daarvan is de bedrijfsopvolgingsregeling.

Als u aan bepaalde voorwaarden voldoet, kunt u bij verkrijging van een onderneming, een vrijstelling krijgen voor de erf- of schenkbelasting. Dit wordt aangeduid met de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR).

Naast een ruime vrijstelling voor de erf- en/of schenkbelasting, geldt er ook een doorschuifregeling voor de aanmerkelijk belang heffing. Hiervoor geldt dat u bij schenking of het nalaten van ondernemingsvermogen, onder voorwaarden, de aanmerkelijk belang claim (24,5%-31%) kunt doorschuiven naar de verkrijger. U hoeft dus niet direct af te rekenen voor de aanmerkelijk belang heffing. 

De totale belastingbesparing, met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling, kan hierbij oplopen tot ruim 45% van de waarde van uw bedrijf.

Wijzigingen 2025

1. Aanpassing vrijstelling bedrijfsopvolgingsregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling is een vrijstelling van de schenk- en erfbelasting bij het schenken of nalaten van ondernemingsvermogen. Tot en met 2024 bedroeg deze vrijstelling 100% tot en met een waarde van € 1.325.253. Daarboven was de vrijstelling 83%. Vanaf 1 januari 2025 is deze vrijstelling 100% tot een waarde van € 1.500.000. Daarboven is de vrijstelling 75%.

2. Voortzettingseis

Eén van de voorwaarden van de BOR is dat de verkrijger de onderneming gedurende een periode van 5 jaar moet voortzetten. Een uitzondering geldt bij overlijden, maar bij faillissement blijft de termijn gehandhaafd. Wordt niet voldaan aan de voortzettingseis, dan is alsnog schenk- of erfbelasting verschuldigd.

Vanaf 1 januari 2025 wordt de voortzettingseis verkort van vijf naar drie jaar. Deze verkorting geldt alleen voor verkrijgingen ná deze datum.

Daarnaast blijft de bezitseis voor schenkingen ongewijzigd op 5 jaar.

3. Wijzigingen doorschuifregeling aanmerkelijk belang

Voor schenkingen van aanmerkelijk belang aandelen gold tot en met 2024 voor toepassing van de doorschuifregeling dat de verkrijger minimaal 36 maanden voorafgaand aan de schenking in dienstbetrekking bij het geschonken bedrijf moest zijn geweest. 

Vanaf 1 januari 2025 vervalt deze eis en wordt deze vervangen door een minimumleeftijd: de verkrijger moet bij de schenking minimaal 21 jaar oud zijn. Deze leeftijdsvoorwaarde gaat ook gelden voor de bedrijfsopvolgingsregeling bij schenkbelasting.

Wijzigingen 2026

1. Bestrijding rollatorinvesteringen

Vanaf 1 januari 2026 vinden er verdere wijzigingen plaats in de bedrijfsopvolgingsregeling. De eerste wijziging betreft het tegengaan van zogenoemde ‘rollatorinvesteringen’. Dit betreft situaties waarin ouderen op hoge leeftijd hun vermogen investeren in ondernemingsvermogen om zo fiscaal gunstig vermogen over te dragen aan de volgende generatie.

Om dit te voorkomen, wordt de bezitstermijn vanaf 2026 verlengd voor AOW-gerechtigden. De huidige termijn, van 5 jaar bij schenkingen en 1 jaar bij overlijden, wordt aangepast op basis van de leeftijd van de schenker/erflater.

Voldoet u in 2025 nog aan de huidige voorwaarden, maar wordt uw bezitstermijn in 2026 verlengd? Dan kan het voordelig zijn om de overdracht nog in 2025 te regelen.

2. Bestrijding dubbele BOR

In de praktijk gebeurt het dat belastingplichtigen twee keer gebruik maken van de bedrijfsopvolgingsregeling. Dit werkt als volgt: ouders schenken hun onderneming aan hun kinderen. Vervolgens wordt de onderneming teruggekocht en opnieuw geschonken aan hun kinderen. Bij deze schenkingen wordt twee keer gebruik gemaakt van de bedrijfsopvolgingsregeling. Uiteraard gelden hiervoor wel de termijnen. 

Vanaf 2026 mag de bedrijfsopvolgingsregeling nog maar één keer per onderneming worden toegepast.

3. Definitie preferente aandelen

Nu is het nog zo dat de bedrijfsopvolgingsregeling in principe niet van toepassing is op de verkrijging van zogenoemde preferente aandelen. Dit is anders als deze preferente aandelen zijn verkregen in het kader van een bedrijfsoverdracht. Preferente aandelen geven voorrang bij de winstverdeling of het liquidatiesaldo.

Vanaf 1 januari 2026 komt er een wettelijke definitie van de preferente aandelen. Hierdoor kunnen bepaalde aandelen eerder als preferent worden aangemerkt, waardoor de bedrijfsopvolgingsregeling mogelijk niet langer (volledig) van toepassing is op deze aandelen.

Als er sprake is van verschillende letteraandelen met een verschillende dividendreserve of een verschillende agioreserve, dan kan er al sprake zijn van preferente aandelen die voor dat deel van de waarde niet kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsregeling.

Heeft u een structuur met verschillende soorten letteraandelen en wilt u gebruik (gaan) maken van de bedrijfsopvolgingsregeling? Dan is het aan te bevelen om kritisch te bekijken of deze aandelen wel kwalificeren. Het venijn zit immers in de staart! Omdat de wijziging in 2026 ingaat, zal 2025 wellicht het jaar van de omzetting worden. Wij zijn u graag behulpzaam hierbij.

Heeft u vragen over de wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling? Of heeft u andere vragen? Neem dan contact met ons op, wij helpen u graag.