25 november 2020

Overdrachtsbelasting

De laatste jaren trekken de hoedjes op Prinsjesdag meer de aandacht dan de inhoud van de fiscale voorstellen. Dat was dit jaar anders en niet alleen omdat er bijna niemand in de Ridderzaal zat. De fiscale voorstellen bevatten namelijk een grote verrassing: de overdrachtsbelasting wordt namelijk zowel verlaagd als verhoogd. Hoe zit dat nu?

Voor starters tussen de 18 en 35 jaar die voor de eerste keer een eigen woning kopen, gaat de overdrachtsbelasting omlaag naar 0%. Heeft u voor de eerste keer een eigen woning gekocht en bent u jonger dan 35 jaar? Wacht dan met de levering tot na 1 januari a.s. Dat scheelt u 2%. Voor woningen duurder dan € 400.000 geldt dat starters vanaf 1 april 2021 2% overdrachtsbelasting gaan betalen.

Tegelijkertijd gaat de overdrachtsbelasting voor tweede woningen (woningen voor de verhuur, vakantiehuisjes etc.) omhoog van 2% naar maar liefst 8%. Waarom? Het kabinet hoopt dat starters zo meer kansen krijgen op de woningmarkt en dat het voor (particuliere) beleggers minder aantrekkelijk wordt een tweede huis te kopen en daar vervolgens geld mee te verdienen.

Een heel bijzonder voorstel dat veel kritiek krijgt en niet alleen van beleggers in onroerend goed, maar bijvoorbeeld ook van woningcorporaties. Ook wij denken dat dit een slecht voorstel is. De reden dat starters en mensen met zelfs een gemiddelde portemonnee geen woning kunnen kopen ligt niet aan de overdrachtsbelasting, maar aan het feit dat er te weinig woningen zijn. Of het voorstel ook zo doorgaat? Ook daarover moet de Eerste Kamer nog beslissen.

En wat betekent dit voor u als belegger in woningen? Wat ons betreft niet zo heel veel en blijft het beleggen in woningen nog steeds fiscaal en financieel aantrekkelijk. Wij rekenen dit graag samen met u door!