Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel.
Alhoewel beter? Dat is nog maar de vraag!
Recent heeft Staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) het rapport ‘Belastingen in maatschappelijk perspectief: Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel’ aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer. In 2020 verscheen al het Bouwstenenrapport. Dit rapport is het vervolg daarop; Bouwstenen 2.0 dus.
Het rapport is opgesteld door een werkgroep met als doel het Nederlandse belastingstelsel te vereenvoudigen. De werkgroep vindt dat bepaalde fiscale maatregelen te ver zijn doorgeschoten. Uiteraard is dit ‘maar’ een rapport, maar als deze bouwstenen daadwerkelijk worden ingevoerd, dan staat de DGA en het MKB heel wat te wachten en zeker niet in positieve zin!
Wat zijn de plannen?
Verdere beperking lenen bij de eigen BV (excessief lenen)
Met ingang van 2023 is de Wet excessief lenen ingevoerd. Peildatum was 31 december 2023. Bedroeg de schuld aan uw eigen BV op dat moment meer dan € 700.000? Dan wordt het meerdere aangemerkt als fictief dividend en wordt het meerdere in box 2 belast met, toen nog, 26,9% aanmerkelijk belang heffing.
In 2024 is de grens al verlaagd. Nu mag u nog maar maximaal € 500.000 van uw eigen BV lenen (eigen woning schulden uitgezonderd). Is het leenbedrag groter? Dan is sprake van een fictief dividend, belast met aanmerkelijk belang heffing.
In het rapport wordt voorgesteld de leengrens verder te verlagen en te maximeren op € 17.500. Daarnaast wordt geen uitzondering meer opgenomen voor eigen woning schulden aan de eigen BV. Dit is een grote beperking ten opzichte van het huidige stelsel! Lenen van de eigen BV wordt in dit voorstel bijna per definitie als excessief lenen aangemerkt. Dit gaat in onze ogen wel erg ver.
Versobering bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
De bedrijfsopvolgingsregeling is een fiscale regeling, bedoeld om de continuïteit van bedrijven te waarborgen bij overdracht aan de volgende generatie. Voor de overdracht van een onderneming of aandelen in een onderneming bevat de schenk- en erfbelasting en de aanmerkelijk belangheffing een ruime vrijstelling/doorschuifregeling. Het belastingvoordeel bij een schenking van aanmerkelijk belang aandelen kan oplopen tot ruim 46% van de waarde van de aandelen, namelijk 33% aanmerkelijk belang heffing en 20% schenkbelasting.
Voor de schenk- en erfbelasting bedraagt de vrijstelling nu nog 100% bij een verkrijging van een ondernemingsvermogen tot € 1.325.253. Daarboven geldt een vrijstelling van 83%. Vanaf 2025 wordt deze 83% al verlaagd naar 75%. In het rapport wordt voorgesteld de vrijstelling te beperken tot 25% van de waarde van het ondernemingsvermogen. Gaat dit te ver? Dan stellen ze voor de eerste 100% te handhaven, maar de vrijstelling van 83% (en vanaf 2025: 75%) te verlagen naar 25%.
Als dit doorgaat, dan verliest de bedrijfsopvolgingsregeling zijn aantrekkelijkheid. Dit zal in bepaalde situaties zeker een reden zijn de overdracht eerder te laten plaatsvinden. Vooralsnog is het slechts een aanbeveling in het rapport. Maar overweegt u een bedrijfsoverdracht naar de volgende generatie? Dan kan dit reden zijn deze overdracht naar voren te halen. Uiteraard hoeft het niet zo te zijn dat u hiermee ook alle zeggenschap naar de volgende generatie overdraagt. Dit is op allerlei manieren te regelen. Hoe? Wij informeren u graag verder hierover.
Aanpassing tarief vennootschapsbelasting
De vennootschapsbelasting heeft nu nog 2 schijven. Het tarief is 19% voor een belastbaar bedrag tot en met € 200.000. Daarboven bedraagt het tarief 25,8%. In het rapport wordt het voorstel gedaan om voortaan één tarief te hanteren, namelijk 24%.
Aanpassing tarieven aanmerkelijk belang heffing
In 2023 bedroeg het aanmerkelijk belang tarief 26,9%. Vanaf 2024 zijn er 2 schijven. Tot een inkomen van € 67.000 is het tarief 24,5%. Daarboven is het tarief 33%. Fiscale partners kunnen twee keer gebruik maken van het verlaagde tarief. Voor hen geldt het hogere tarief dus bij een inkomen van € 134.000.
In het rapport wordt voorgesteld het lage tarief te verhogen naar 29,5% en het hoge tarief naar 33,5%. De belastingdruk voor de DGA neemt hiermee aanzienlijk toe. Mocht u het niet al overwegen, dan is dit nog een reden om de komende jaren dividend uit te keren en zo nog gebruik te maken van het verlaagde tarief van 24,5%.
Eigen woning
Het rapport bevat verschillende zeer uiteenlopende voorstellen over de eigen woning. Doelstelling is versoberen en vereenvoudigen. Er wordt gesproken over het afbouwen van de hypotheekrente aftrek in 20 jaar en over het verhogen van het eigen woning forfait. Ook een defiscalisering van de eigen woning behoort tot de mogelijkheden. Dit houdt in dat de eigen woning dan niet langer in de aangifte inkomstenbelasting hoeft te worden meegenomen. Dus u betaalt geen belasting meer over de eigen woning, maar de hypotheekrente is ook niet langer aftrekbaar. Het geld dat vrij komt met het afschaffen of versoberen van de hypotheekrenteaftrek wil de werkgroep gebruiken voor de verlaging van het tarief in de eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting.
De fiscale wetgeving over de eigen woning staat al jaren ter discussie. Het is onnodig ingewikkeld, vooral bij bijzondere situaties zoals verhuizing, echtscheiding of overlijden. Dat hier iets aan wordt gedaan is toe te juichen. De vraag is alleen op welke termijn dit gaat gebeuren. Als er een afbouwperiode van 20 jaar wordt voorgesteld, dan hebben we hier voorlopig nog wel mee te maken.
Schenk- en erfbelasting
Schenk- en erfbelasting wordt door veel mensen als onrechtvaardig ervaren. Door de schenker/erflater is al belasting betaald over het vermogen/inkomen en bij overdracht als gevolg van schenking en/of overlijden, moet er nog een keer belasting over worden betaald. Vooral ingeval van overlijden, kan dit onrechtvaardig aanvoelen. Een aantal landen heft geen of heel beperkt schenk- en erfbelasting. Voorbeelden hiervan zijn Oostenrijk, Portugal en Zweden. In Nederland zijn we nog lang niet zo ver. Sterker nog, het rapport bevat het voorstel om de tarieven te verhogen.
Nu nog is het zo dat afhankelijk van de status van de verkrijger, de tarieven zijn onder te verdelen in drie categorieën, namelijk partners/kinderen (tarief 10%-20%), kleinkinderen (18%-36%) en overige (30%-40%). Er zijn verschillende voorstellen. Het voorstel is een derde schijf in te voeren voor verkrijgingen boven € 300.000. Daarnaast zijn er verschillende voorstellen in de tariefstructuur, ofwel de huidige tarieven aanpassen, ofwel alleen een wijziging in de derde schijf doorvoeren. In dit laatste voorstel wordt gesproken over een tarief van 40% voor een verkrijging door partners/kinderen, een tarief van 56% voor een verkrijging door kleinkinderen en een tarief van 60% voor overige verkrijgers. Deze wijziging zou wel een hele grote impact hebben! Vooral in combinatie met de versobering van de BOR.
Als het bouwstenenrapport 2.0 één op één wordt ingevoerd, gaat dit familiebedrijven (MKB) en de DGA heel zwaar belasten. Wij gaan ervan uit dat dit alleen een praatstuk is, waarbij we moeten afwachten wat doorgevoerd gaat worden. Wij kunnen ons niet voorstellen dat alle maatregelen in de wet terecht komen, maar dat er iets te veranderen staat is wel duidelijk. Eerst maar eens afwachten hoe het kabinet eruit komt te zien. Daarna kan er pas gesproken worden over een gewijzigd belastingplan. Wij houden de ontwikkelingen goed in de gaten en informeren u waar nodig.